De trainingen vinden plaats op maandagavond van 18.45 tot 19.30u.
Tijdens de schoolvakanties zijn er geen trainingen.
Elke training heeft de volgende opbouw:
- Inzwemmen
- Werken aan techniek van een slag
- Oefenen start en/of keerpunt
- Verbeteren van de conditie
- Uitzwemmen
Inzwemmen
Tijdens het inzwemmen worden de spieren op een rustig tempo warm gemaakt. Voor het inzwemmen is een warming up mogelijk. Deze twee samen zorgen ervoor dat de kans op een blessure verkleind wordt.
Techniek verbeteren
Door het verbeteren van de techniek van de een slag wordt gewerkt aan het beter overweg kunnen met de slag. In een wedstrijd zijn naast de kracht de techniek erg belangrijk. Een goede techniek helpt tijdens het zwemmen.
Oefenen start en/of Keerpunt
Een zwemwedstrijd begint met een goede start. Een start kan op drie manieren uitgevoerd worden:
- vanuit het water
- vanaf de kant
- vanaf het startblok
Alle manieren worden aangeboden aan de zwemmer. Deze kan dan zelf kiezen welke manier zijn of haar voorkeur heeft. Tijdens de trainingen zal er meer aandacht besteed worden aan het oefenen vanaf het startblok dan aan de andere mogelijkheden.
De keerpunten kunnen ook op verschillende manieren uitgevoerd worden. Er wordt per zwemmer gekeken welke manier dit het makkelijkste en snelste is voor die zwemmer.
Verbeteren van de conditie
Door naast aandacht te besteden aan de techniek ook aandacht te besteden aan de conditie worden alle elementen voor het zwemmen van een wedstrijd behandeld. Een goede conditie heeft een zwemmer nodig om zo de korte maar ook lange afstanden te kunnen afleggen. In het begin zal er gewerkt worden aan het afleggen van de korte afstanden. Als deze goed beheerst worden, wordt de afstand steeds vergroot.
Uitzwemmen
Na een intensieve training is het van belang dat het lichaam zich weer kan herstellen. Met het uitzwemmen worden er een aantal banen gezwommen om zo de spieren tot rust te laten komen.